Toetsenbordsneltoetsen zijn toetsen of combinaties van toetsen waarmee u taken kunt uitvoeren die u doorgaans met de muis doet.Als u probeert een schermopname of schermafdruk te nemen, raadpleegt u Schermopnamen maken en van aantekeningen voorzien.
Klik op een optie hieronder. Deze wordt dan geopend om een tabel met verwante snelkoppelingen weer te geven:
Druk op deze toets | Om dit te doen |
---|---|
Ctrl + X | Knip het geselecteerde item. |
Ctrl + C (of Ctrl + Insert) | Kopieer het geselecteerde item. |
Ctrl + V (of Shift + Insert) | Plak het geselecteerde item. |
Ctrl + Z | Een actie ongedaan maken. |
Alt + Tab | Schakelen tussen geopende apps. |
Alt + F4 | Sluit het actieve item of sluit de actieve app af. |
Windows-logotoets + L | Uw pc vergrendelen. |
Windows-logotoets+ D | Het bureaublad weergeven en verbergen. |
F2 | De naam van het geselecteerde item wijzigen. |
F3 | Een bestand of map zoeken in de Verkenner. |
F4 | De lijst van de adresbalk weergegeven in de Verkenner. |
F5 | Het actieve venster vernieuwen. |
F6 | Door schermelementen bladeren in een venster of op het bureaublad. |
F10 | De menubalk activeren in de actieve app. |
Alt + F8 | Uw wachtwoord weergeven op het aanmeldingsscherm. |
Alt + Esc | Bladeren door items in de volgorde waarin deze zijn geopend. |
Alt + onderstreepte letter | De opdracht voor deze letter uitvoeren. |
Alt + Enter | De eigenschappen van het geselecteerde item weergeven. |
Alt + spatiebalk | Het snelmenu voor het actieve venster openen. |
Alt + pijl-links | Ga terug. |
Alt + pijl-rechts | Vooruit. |
Alt + Page Up | Eén scherm naar boven gaan. |
Alt + Page Down | Eén scherm naar beneden gaan. |
Ctrl + F4 | Het actieve document sluiten (in apps in volledig scherm en waarin u meerdere documenten tegelijk geopend kunt hebben). |
Ctrl + A | Alle items in een document of venster selecteren. |
Ctrl + D (of Delete) | Het geselecteerde item verwijderen en verplaatsen naar de Prullenbak. |
Ctrl + E | Zoeken openen (in de meeste apps). |
Ctrl + R (of F5) | Het actieve venster vernieuwen. |
Ctrl + Y | Een actie opnieuw uitvoeren. |
Ctrl + Pijl-rechts | De cursor naar het begin van het volgende woord verplaatsen. |
Ctrl + Pijl-links | De cursor naar het begin van het vorige woord verplaatsen. |
Ctrl + Pijl-omlaag | De cursor naar het begin van de volgende alinea verplaatsen. |
Ctrl + Pijl-omhoog | De cursor naar het begin van de vorige alinea verplaatsen. |
Ctrl + Alt + Tab | Schakelen tussen alle geopende apps met de pijltoetsen. |
Alt + Shift + pijltoetsen | Wanneer een groep of tegel in het Startmenu is gemarkeerd, deze in de richting van de pijl verplaatsen. |
Ctrl + Shift + pijltoetsen | Wanneer een tegel is gemarkeerd in het Startmenu, verplaatst u deze naar een andere tegel om een map te maken. |
Ctrl + pijltoetsen | Formaat van het Startmenu wijzigen wanneer het is geopend. |
Ctrl + pijltoets (om naar een item te gaan) + spatiebalk | Meerdere afzonderlijke items in een venster of op het bureaublad selecteren. |
Ctrl + Shift met een pijltoets | Een tekstblok selecteren. |
Ctrl + Esc | Startscherm openen. |
Ctrl + Shift + Esc | Taakbeheer openen. |
Ctrl + Shift | De toetsenbordindeling wijzigen wanneer er meerdere toetsenbordindelingen beschikbaar zijn. |
Ctrl + spatiebalk | De Chinese IME (Input Method Editor) in- of uitschakelen. |
Shift + F10 | Het snelmenu voor het geselecteerde item weergeven. |
Shift met een pijltoets | Meerdere items in een venster of op het bureaublad selecteren of tekst in een document selecteren. |
Shift + Delete | Het geselecteerde item verwijderen zonder het naar de Prullenbak te verplaatsen. |
Pijl-rechts | Het volgende menu aan de rechterzijde openen of een submenu openen. |
Pijl-links | Het volgende menu aan de linkerzijde openen of een submenu sluiten. |
Esc | De huidige taak stoppen of afsluiten. |
PrtScn | Hiermee maakt u een schermopname van het hele scherm en kopieert u dit naar het Klembord. Opmerking
De toets PrtScn gebruiken om schermknipsels te openen |
Druk op deze toets | Actie |
---|---|
Windows-logotoets | Startscherm openen of sluiten. |
Windows-logotoets +A | Snelle instellingen openen Bijgewerkt in Windows 11. |
Windows-logotoets+ B | Stel de focus in op het eerste pictogram in de taakbalkhoek. |
Windows-logotoets + C | Chat openen vanuit Microsoft Teams. Bijgewerkt in Windows 11. |
Windows-logotoets + Shift + C | Het menu Charms openen. |
Windows-logotoets + Ctrl + C | Kleurfilters inschakelen (schakel deze snelkoppeling eerst in in instellingen voor kleurenfilter). |
Windows-logotoets + D | Het bureaublad weergeven en verbergen. |
Windows-logotoets + E | Open de Verkenner. |
Windows-logotoets + F | Feedback-hub openen en een schermafbeelding maken. |
Windows-logotoets + G | Xbox Game Bar openen wanneer een game is geopend. |
Windows-logotoets +Alt+B | HDR in- of uitschakelen. Opmerking:Is van toepassing op de Xbox Game Bar-app versie 5.721.7292.0 of hoger. Als u uw Xbox Game Bar wilt bijwerken, gaat u naar de Microsoft Store-app en controleert u op updates. |
Windows-logotoets + H | Beginnen met spraakgestuurd typen. Bijgewerkt in Windows 11. |
Windows-logotoets + I | Instellingen openen. |
Windows-logotoets + J | Focus instellen op een Windows-tip wanneer deze beschikbaar is. Als een Windows-tip wordt weergegeven, krijgt de tip de focus. Druk opnieuw op de sneltoetsen om de focus te verplaatsen naar het element op het scherm waaraan de Windows-tip is verankerd. |
Windows-logotoets + K | Cast openen vanuit snelle instellingen. Bijgewerkt in Windows 11. |
Windows-logotoets + L | Uw pc vergrendelen of tussen accounts schakelen. |
Windows-logotoets + M | Alle vensters minimaliseren. |
Windows-logotoets + Shift + M | Het vorige formaat van geminimaliseerde vensters op het bureaublad herstellen. |
Windows-logotoets + N | Meldingscentrum en agenda openen. Bijgewerkt in Windows 11. |
Windows-logotoets + O | Apparaatoriëntatie vergrendelen. |
Windows-logotoets + P | Een weergavemodus voor een presentatie kiezen. |
Windows-logotoets + Ctrl + Q | Quick Assist openen. |
Windows-logotoets + R | Het dialoogvenster Uitvoeren openen. |
Windows-logotoets +Alt+R | Video opnemen van het gamevenster in focus (met behulp van Xbox Game Bar). |
Windows-logotoets + S | Zoeken openen. |
Windows-logotoets + Shift + S | Een schermopname maken van een deel van het scherm. |
Windows-logotoets + T | Bladeren door de apps op de taakbalk. |
Windows-logotoets + U | Toegankelijkheidsinstellingen openen |
Windows-logotoets + V | De klembordgeschiedenis openen. Opmerking
|
Windows-logotoets + Shift + V | Focus op een melding instellen. |
Windows-logotoets+ W | Open Widgets. Bijgewerkt in Windows 11. |
Windows-logotoets + X | Het menu Snelkoppeling openen. |
Windows-logotoets + Y | Invoer tussen Windows Mixed Reality en uw bureaublad wijzigen. |
Windows-logotoets + Z | De uitlijnindelingen openen. Bijgewerkt in Windows 11. |
Windows-logotoets + punt (.) of puntkomma (;) | Emojivenster openen. |
Windows-logotoets + komma (,) | Een kort voorbeeld van het bureaublad weergeven. |
Windows-logotoets + Pause | Opent Instellingen > Systeem > Info. |
Windows-logotoets + Ctrl + F | Pc's zoeken (als u bent verbonden met een netwerk). |
Windows-logotoets +cijfer | Het bureaublad openen en de app starten die is vastgemaakt aan de taakbalk op de door het cijfer aangegeven positie. Als de app al wordt uitgevoerd, schakelt u over naar deze app. |
Windows-logotoets + Shift + cijfer | Het bureaublad openen en een nieuw exemplaar van de app starten die is vastgemaakt aan de taakbalk op de door het cijfer aangegeven positie. |
Windows-logotoets + Ctrl + cijfer | Het bureaublad openen en overschakelen naar het laatste actieve venster van de app die is vastgemaakt aan de taakbalk op de door het cijfer aangegeven positie. |
Windows-logotoets + Alt + cijfer | Het bureaublad openen en de Jumplist openen van de app die is vastgemaakt aan de taakbalk op de door het cijfer aangegeven positie. |
Windows-logotoets + Ctrl + Shift + cijfer | Het bureaublad openen als administrator en een nieuw exemplaar openen van de app die is vastgemaakt aan de taakbalk op de door het cijfer aangegeven positie. |
Windows-logotoets + Tab | Taakweergave openen. |
Windows-logotoets + pijl-omhoog | Het venster maximaliseren. |
Windows-logotoets + Alt + pijl-omhoog | Het venster met focus uitlijnen op de bovenste helft van het scherm. Nieuw met Windows 11. |
Windows-logotoets + pijl-omlaag | Huidige app van het scherm verwijderen of het bureaubladvenster minimaliseren. |
Windows-logotoets + Alt + pijl-omlaag | Het venster met focus uitlijnen op de onderste helft van het scherm. Nieuw met Windows 11. |
Windows-logotoets + pijl-links | De app of het bureaubladvenster maximaliseren aan de linkerkant van het scherm. |
Windows-logotoets + pijl-rechts | De app of het bureaubladvenster maximaliseren aan de rechterkant van het scherm. |
Windows-logotoets + Home | Alle vensters minimaliseren behalve het bureaubladvenster (als de toetscombinatie nogmaals wordt ingedrukt, worden alle vensters hersteld). |
Windows-logotoets + Shift + pijl-omhoog | Het bureaubladvenster uitrekken tot de boven- en onderkant van het scherm. |
Windows-logotoets + Shift + pijl-omlaag | Actieve bureaubladvensters verticaal herstellen/minimaliseren, terwijl de breedte gelijk blijft. |
Windows-logotoets + Shift + pijl-links of pijl-rechts | Een app of het venster op het bureaublad van het ene naar het andere beeldscherm verplaatsen. |
Windows-logotoets + Shift + spatiebalk | Achteruit bladeren door de taal- en toetsenbordindeling. |
Windows-logotoets + spatiebalk | De invoertaal en toetsenbordindeling wijzigen. |
Windows-logotoets+ Ctrl + spatiebalk | Naar eerder geselecteerde invoer schakelen. |
Windows-logotoets + Ctrl + Enter | Verteller inschakelen. |
Windows-logotoets + plusteken (+) | Vergrootglas openen en inzoomen. |
Windows-logotoets + minteken (-) | Uitzoomen met vergrootglas. |
Windows-logotoets + Esc | Vergrootglas afsluiten. |
Windows-logotoets + schuine streep (/) | IME-reconversie starten. |
Windows-logotoets + Ctrl + Shift + B | De pc activeren vanuit een zwart of leeg scherm. |
Windows-logotoets + PrtScn | Schermopname van volledig scherm opslaan in bestand. |
Windows-logotoets + Alt + PrtScn | Schermafbeelding van het gamevenster in focus opslaan in bestand (met Xbox Game Bar). |
Druk op deze toets | Om dit te doen |
---|---|
Ctrl + C (of Ctrl + Insert) | De geselecteerde tekst kopiëren. |
Ctrl + V (of Shift + Insert) | De geselecteerde tekst plakken. |
Ctrl + M | De modus Markeren inschakelen. |
Alt + selectietoets | Selectie in blokmodus starten. |
Pijltoetsen | De cursor verplaatsen in de opgegeven richting. |
Page Up | De cursor één pagina omhoog verplaatsen. |
Page Down | De cursor één pagina omlaag verplaatsen. |
Ctrl + Home (modus Markeren) | De cursor naar het begin van de buffer verplaatsen. |
Ctrl + End (modus Markeren) | De cursor naar het einde van de buffer verplaatsen. |
Ctrl + Pijl-omhoog | Eén regel omhooggaan in de uitvoergeschiedenis. |
Ctrl + Pijl-omlaag | Eén regel omlaaggaan in de uitvoergeschiedenis. |
Ctrl + Home (navigatie in geschiedenis) | Als de opdrachtregel leeg is, wordt de viewport naar de bovenkant van de buffer verplaatst. Anders worden alle tekens aan de linkerkant van de cursor op de opdrachtregel verwijderd. |
Ctrl + End (navigatie in geschiedenis) | Als de opdrachtregel leeg is, wordt de viewport naar de opdrachtregel verplaatst. Anders worden alle tekens aan de rechterkant van de cursor op de opdrachtregel verwijderd. |
Druk op deze toets | Om dit te doen |
---|---|
F4 | De items in de actieve lijst weergeven. |
Ctrl + Tab | Naar het volgende tabblad gaan. |
Ctrl + Shift + Tab | Naar het vorige tabblad gaan. |
Ctrl + cijfer (cijfer 1-9) | Naar het n-e tabblad gaan. |
Tab | Naar de volgende optie gaan. |
Shift + Tab | Naar de vorige optie gaan. |
Alt + onderstreepte letter | De opdracht uitvoeren (of de optie selecteren) die met die letter wordt gebruikt. |
Spatiebalk | Het selectievakje in- of uitschakelen als de actieve optie een selectievakje is. |
Backspace | Een map op het bovenliggende niveau openen als er een map is geselecteerd in het dialoogvenster Opslaan als of Openen. |
Pijltoetsen | Een keuzerondje selecteren als de actieve optie een groep keuzerondjes is. |
Druk op deze toets | Om dit te doen |
---|---|
Alt + D | De adresbalk selecteren. |
Ctrl + E | Het zoekvak selecteren. |
Ctrl + F | Het zoekvak selecteren. |
Ctrl + N | Een nieuw venster openen. |
Ctrl + W | Het actieve venster sluiten. |
Ctrl + muiswiel | De grootte en weergave van bestands- en mappictogrammen wijzigen. |
Ctrl + Shift + E | Alle mappen boven de geselecteerde map weergeven. |
Ctrl + Shift + N | Nieuwe map maken. |
Num Lock + sterretje (*) | Alle submappen onder de geselecteerde map weergeven. |
Num Lock + plusteken (+) | De inhoud van de geselecteerde map weergeven. |
Num Lock + minteken (-) | De geselecteerde map samenvouwen. |
Alt + P | Het voorbeeldvenster weergeven. |
Alt + Enter | Het dialoogvenster Eigenschappen voor het geselecteerde item openen. |
Alt + pijl-rechts | De volgende map weergeven. |
Alt + pijl-omhoog | De map bekijken waarin de map zich bevond. |
Alt + pijl-links | De vorige map weergeven. |
Backspace | De vorige map weergeven. |
Pijl-rechts | De huidige selectie weergeven (als deze is samengevouwen) of de eerste submap selecteren. |
Pijl-links | De huidige selectie samenvouwen (als deze is uitgevouwen) of de map selecteren waarin de map zich bevond. |
End | De onderkant van het actieve venster weergeven. |
Startpagina | De bovenkant van het actieve venster weergeven. |
F11 | Het actieve venster maximaliseren of minimaliseren. |
Druk op deze toets | Om dit te doen |
---|---|
Windows-logotoets + Tab | Taakweergave openen. |
Windows-logotoets + Ctrl + D | Een virtueel bureaublad toevoegen. |
Windows-logotoets + Ctrl + pijl-rechts | Schakelen tussen virtuele bureaubladen die u aan de rechterkant hebt gemaakt. |
Windows-logotoets + Ctrl + pijl-links | Schakelen tussen virtuele bureaubladen die u aan de linkerkant hebt gemaakt. |
Windows-logotoets + Ctrl + F4 | Het virtuele bureaublad dat u gebruikt, sluiten. |
Druk op deze toets | Om dit te doen |
---|---|
Shift + klikken op een taakbalkknop | Een app openen of snel nog een exemplaar van een app openen. |
Ctrl + Shift + klikken op een taakbalkknop | Een app openen als administrator. |
Shift + klikken met de rechtermuisknop op een taakbalkknop | Het menu Venster voor de app weergeven. |
Shift + klikken met de rechtermuisknop op een gegroepeerde taakbalkknop | Het menu Venster voor de groep weergeven. |
Ctrl + klikken op een gegroepeerde taakbalkknop | Door de vensters van een groep bladeren. |
Druk op deze toets | Om dit te doen |
---|---|
Windows-logotoets + I | Instellingen openen. |
Backspace | Teruggaan naar de startpagina van de instellingen. |
Op een pagina met zoekvak typen | Instellingen voor zoeken. |
Aanvullende toetsenbordsneltoetsen
-
Snelkoppelingen in apps
-
Windows-sneltoetsen voor toegankelijkheid
-
Sneltoets voor Microsoft Surface Hub
Sneltoetsen zijn toetsen of combinaties van toetsen waarmee u taken kunt uitvoeren die u doorgaans met de muis doet. Klik op een optie hieronder. Deze wordt dan geopend om een tabel met verwante snelkoppelingen weer te geven:
Druk op deze toets | Om dit te doen |
---|---|
Ctrl + X | Knip het geselecteerde item. |
Ctrl + C (of Ctrl + Insert) | Kopieer het geselecteerde item. |
Ctrl + V (of Shift + Insert) | Plak het geselecteerde item. |
Ctrl + Z | Een actie ongedaan maken. |
Alt + Tab | Schakelen tussen geopende apps. |
Alt + F4 | Sluit het actieve item of sluit de actieve app af. |
Windows-logotoets + L | Uw pc vergrendelen. |
Windows-logotoets+ D | Het bureaublad weergeven en verbergen. |
F2 | De naam van het geselecteerde item wijzigen. |
F3 | Een bestand of map zoeken in de Verkenner. |
F4 | De lijst van de adresbalk weergegeven in de Verkenner. |
F5 | Het actieve venster vernieuwen. |
F6 | Door schermelementen bladeren in een venster of op het bureaublad. |
F10 | De menubalk activeren in de actieve app. |
Alt + F8 | Uw wachtwoord weergeven op het aanmeldingsscherm. |
Alt + Esc | Bladeren door items in de volgorde waarin deze zijn geopend. |
Alt + onderstreepte letter | De opdracht voor deze letter uitvoeren. |
Alt + Enter | De eigenschappen van het geselecteerde item weergeven. |
Alt + spatiebalk | Het snelmenu voor het actieve venster openen. |
Alt + pijl-links | Ga terug. |
Alt + pijl-rechts | Vooruit. |
Alt + Page Up | Eén scherm naar boven gaan. |
Alt + Page Down | Eén scherm naar beneden gaan. |
Ctrl + F4 | Het actieve document sluiten (in apps in volledig scherm en waarin u meerdere documenten tegelijk geopend kunt hebben). |
Ctrl + A | Alle items in een document of venster selecteren. |
Ctrl + D (of Delete) | Het geselecteerde item verwijderen en verplaatsen naar de Prullenbak. |
Ctrl + R (of F5) | Het actieve venster vernieuwen. |
Ctrl + Y | Een actie opnieuw uitvoeren. |
Ctrl + Pijl-rechts | De cursor naar het begin van het volgende woord verplaatsen. |
Ctrl + Pijl-links | De cursor naar het begin van het vorige woord verplaatsen. |
Ctrl + Pijl-omlaag | De cursor naar het begin van de volgende alinea verplaatsen. |
Ctrl + Pijl-omhoog | De cursor naar het begin van de vorige alinea verplaatsen. |
Ctrl + Alt + Tab | Schakelen tussen alle geopende apps met de pijltoetsen. |
Alt + Shift + pijltoetsen | Wanneer een groep of tegel in het Startmenu is gemarkeerd, deze in de richting van de pijl verplaatsen. |
Ctrl + Shift + pijltoetsen | Wanneer een tegel is gemarkeerd in het Startmenu, verplaatst u deze naar een andere tegel om een map te maken. |
Ctrl + pijltoetsen | Formaat van het Startmenu wijzigen wanneer het is geopend. |
Ctrl + pijltoets (om naar een item te gaan) + spatiebalk | Meerdere afzonderlijke items in een venster of op het bureaublad selecteren. |
Ctrl + Shift met een pijltoets | Een tekstblok selecteren. |
Ctrl + Esc | Startscherm openen. |
Ctrl + Shift + Esc | Taakbeheer openen. |
Ctrl + Shift | De toetsenbordindeling wijzigen wanneer er meerdere toetsenbordindelingen beschikbaar zijn. |
Ctrl + spatiebalk | De Chinese IME (Input Method Editor) in- of uitschakelen. |
Shift + F10 | Het snelmenu voor het geselecteerde item weergeven. |
Shift met een pijltoets | Meerdere items in een venster of op het bureaublad selecteren of tekst in een document selecteren. |
Shift + Delete | Het geselecteerde item verwijderen zonder het naar de Prullenbak te verplaatsen. |
Pijl-rechts | Het volgende menu aan de rechterzijde openen of een submenu openen. |
Pijl-links | Het volgende menu aan de linkerzijde openen of een submenu sluiten. |
Esc | De huidige taak stoppen of afsluiten. |
PrtScn | Hiermee maakt u een schermopname van het hele scherm en kopieert u dit naar het Klembord. Opmerking
De toets PrtScn gebruiken om schermknipsels te openen |
Druk op deze toets | Om dit te doen |
---|---|
Windows-logotoets | Startscherm openen of sluiten. |
Windows-logotoets + A | Actiecentrum openen. |
Windows-logotoets+ B | De focus instellen op het systeemvak. |
Windows-logotoets + C | Cortana openen in luistermodus. Opmerkingen
|
Windows-logotoets + Shift + C | Het menu Charms openen. |
Windows-logotoets + D | Het bureaublad weergeven en verbergen. |
Windows-logotoets + Alt + D | De datum en tijd op het bureaublad weergeven en verbergen. |
Windows-logotoets + E | Open de Verkenner. |
Windows-logotoets + F | Feedback-hub openen en een schermafbeelding maken. |
Windows-logotoets + G | Gamebalk openen wanneer een game is geopend. |
Windows-logotoets + H | Dicteerfunctie starten. |
Windows-logotoets + I | Instellingen openen. |
Windows-logotoets + J | Focus instellen op een Windows-tip wanneer deze beschikbaar is. Als een Windows-tip wordt weergegeven, krijgt de tip de focus. Druk opnieuw op de sneltoetsen om de focus te verplaatsen naar het element op het scherm waaraan de Windows-tip is verankerd. |
Windows-logotoets + K | De snelle actie Verbinden openen. |
Windows-logotoets + L | Uw pc vergrendelen of tussen accounts schakelen. |
Windows-logotoets + M | Alle vensters minimaliseren. |
Windows-logotoets + O | Apparaatoriëntatie vergrendelen. |
Windows-logotoets + P | Een weergavemodus voor een presentatie kiezen. |
Windows-logotoets + Ctrl + Q | Quick Assist openen. |
Windows-logotoets + R | Het dialoogvenster Uitvoeren openen. |
Windows-logotoets + S | Zoeken openen. |
Windows-logotoets + Shift + S | Een schermopname van een deel van het scherm maken. |
Windows-logotoets + T | Bladeren door de apps op de taakbalk. |
Windows-logotoets + U | Toegankelijkheidscentrum openen. |
Windows-logotoets + V | Het klembord openen. Opmerking
|
Windows-logotoets+ Shift + V | Bladeren door meldingen. |
Windows-logotoets + X | Het menu Snelkoppeling openen. |
Windows-logotoets + Y | Invoer tussen Windows Mixed Reality en uw bureaublad wijzigen. |
Windows-logotoets+ Z | De opdrachten die beschikbaar zijn in een app, in de modus volledig scherm weergeven. |
Windows-logotoets + punt (.) of puntkomma (;) | Emojivenster openen. |
Windows-logotoets + komma (,) | Een kort voorbeeld van het bureaublad weergeven. |
Windows-logotoets+ Pause | Het dialoogvenster Systeemeigenschappen weergeven. |
Windows-logotoets+ Ctrl + F | Pc's zoeken (als u bent verbonden met een netwerk). |
Windows-logotoets+ Shift + M | Het vorige formaat van geminimaliseerde vensters op het bureaublad herstellen. |
Windows-logotoets+ cijfer | Het bureaublad openen en de app starten die is vastgemaakt aan de taakbalk op de door het cijfer aangegeven positie. Als de app al wordt uitgevoerd, schakelt u over naar deze app. |
Windows-logotoets+ Shift + cijfer | Het bureaublad openen en een nieuw exemplaar van de app starten die is vastgemaakt aan de taakbalk op de door het cijfer aangegeven positie. |
Windows-logotoets+ Ctrl + cijfer | Het bureaublad openen en overschakelen naar het laatste actieve venster van de app die is vastgemaakt aan de taakbalk op de door het cijfer aangegeven positie. |
Windows-logotoets+ Alt + cijfer | Het bureaublad openen en de Jumplist openen van de app die is vastgemaakt aan de taakbalk op de door het cijfer aangegeven positie. |
Windows-logotoets+ Ctrl + Shift + cijfer | Het bureaublad openen als administrator en een nieuw exemplaar openen van de app die is vastgemaakt aan de taakbalk op de door het cijfer aangegeven positie. |
Windows-logotoets + Tab | Taakweergave openen. |
Windows-logotoets+ pijl-omhoog | Het venster maximaliseren. |
Windows-logotoets+ pijl-omlaag | Huidige app van het scherm verwijderen of het bureaubladvenster minimaliseren. |
Windows-logotoets+ pijl-links | De app of het bureaubladvenster maximaliseren aan de linkerkant van het scherm. |
Windows-logotoets+ pijl-rechts | De app of het bureaubladvenster maximaliseren aan de rechterkant van het scherm. |
Windows-logotoets+ Home | Alle vensters minimaliseren behalve het bureaubladvenster (als de toetscombinatie nogmaals wordt ingedrukt, worden alle vensters hersteld). |
Windows-logotoets+ Shift + pijl-omhoog | Het bureaubladvenster uitrekken tot de boven- en onderkant van het scherm. |
Windows-logotoets+ Shift + pijl-omlaag | Actieve bureaubladvensters verticaal herstellen/minimaliseren, terwijl de breedte gelijk blijft. |
Windows-logotoets+ Shift + pijl-links of pijl-rechts | Een app of het venster op het bureaublad van het ene naar het andere beeldscherm verplaatsen. |
Windows-logotoets+ spatiebalk | De invoertaal en toetsenbordindeling wijzigen. |
Windows-logotoets+ Ctrl + spatiebalk | Naar eerder geselecteerde invoer schakelen. |
Windows-logotoets + Ctrl + Enter | Verteller inschakelen. |
Windows-logotoets + plusteken (+) | Vergrootglas openen. |
Windows-logotoets + schuine streep (/) | IME-reconversie starten. |
Windows-logotoets + Ctrl + V | Schoudertikken openen. |
Windows-logotoets + Ctrl + Shift + B | De pc activeren vanuit een zwart of leeg scherm. |
Druk op deze toets | Om dit te doen |
---|---|
Ctrl + C (of Ctrl + Insert) | De geselecteerde tekst kopiëren. |
Ctrl + V (of Shift + Insert) | De geselecteerde tekst plakken. |
Ctrl + M | De modus Markeren inschakelen. |
Alt + selectietoets | Selectie in blokmodus starten. |
Pijltoetsen | De cursor verplaatsen in de opgegeven richting. |
Page Up | De cursor één pagina omhoog verplaatsen. |
Page Down | De cursor één pagina omlaag verplaatsen. |
Ctrl + Home (modus Markeren) | De cursor naar het begin van de buffer verplaatsen. |
Ctrl + End (modus Markeren) | De cursor naar het einde van de buffer verplaatsen. |
Ctrl + Pijl-omhoog | Eén regel omhooggaan in de uitvoergeschiedenis. |
Ctrl + Pijl-omlaag | Eén regel omlaaggaan in de uitvoergeschiedenis. |
Ctrl + Home (navigatie in geschiedenis) | Als de opdrachtregel leeg is, wordt de viewport naar de bovenkant van de buffer verplaatst. Anders worden alle tekens aan de linkerkant van de cursor op de opdrachtregel verwijderd. |
Ctrl + End (navigatie in geschiedenis) | Als de opdrachtregel leeg is, wordt de viewport naar de opdrachtregel verplaatst. Anders worden alle tekens aan de rechterkant van de cursor op de opdrachtregel verwijderd. |
Druk op deze toets | Om dit te doen |
---|---|
F4 | De items in de actieve lijst weergeven. |
Ctrl + Tab | Naar het volgende tabblad gaan. |
Ctrl + Shift + Tab | Naar het vorige tabblad gaan. |
Ctrl + cijfer (cijfer 1-9) | Naar het n-e tabblad gaan. |
Tab | Naar de volgende optie gaan. |
Shift + Tab | Naar de vorige optie gaan. |
Alt + onderstreepte letter | De opdracht uitvoeren (of de optie selecteren) die met die letter wordt gebruikt. |
Spatiebalk | Het selectievakje in- of uitschakelen als de actieve optie een selectievakje is. |
Backspace | Een map op het bovenliggende niveau openen als er een map is geselecteerd in het dialoogvenster Opslaan als of Openen. |
Pijltoetsen | Een keuzerondje selecteren als de actieve optie een groep keuzerondjes is. |
Druk op deze toets | Om dit te doen |
---|---|
Alt + D | De adresbalk selecteren. |
Ctrl + E | Het zoekvak selecteren. |
Ctrl + F | Het zoekvak selecteren. |
Ctrl + N | Een nieuw venster openen. |
Ctrl + W | Het actieve venster sluiten. |
Ctrl + muiswiel | De grootte en weergave van bestands- en mappictogrammen wijzigen. |
Ctrl + Shift + E | Alle mappen boven de geselecteerde map weergeven. |
Ctrl + Shift + N | Nieuwe map maken. |
Num Lock + sterretje (*) | Alle submappen onder de geselecteerde map weergeven. |
Num Lock + plusteken (+) | De inhoud van de geselecteerde map weergeven. |
Num Lock + minteken (-) | De geselecteerde map samenvouwen. |
Alt + P | Het voorbeeldvenster weergeven. |
Alt + Enter | Het dialoogvenster Eigenschappen voor het geselecteerde item openen. |
Alt + pijl-rechts | De volgende map weergeven. |
Alt + pijl-omhoog | De map bekijken waarin de map zich bevond. |
Alt + pijl-links | De vorige map weergeven. |
Backspace | De vorige map weergeven. |
Pijl-rechts | De huidige selectie weergeven (als deze is samengevouwen) of de eerste submap selecteren. |
Pijl-links | De huidige selectie samenvouwen (als deze is uitgevouwen) of de map selecteren waarin de map zich bevond. |
End | De onderkant van het actieve venster weergeven. |
Startpagina | De bovenkant van het actieve venster weergeven. |
F11 | Het actieve venster maximaliseren of minimaliseren. |
Druk op deze toets | Om dit te doen |
---|---|
Windows-logotoets + Tab | Taakweergave openen. |
Windows-logotoets + Ctrl + D | Een virtueel bureaublad toevoegen. |
Windows-logotoets + Ctrl + pijl-rechts | Schakelen tussen virtuele bureaubladen die u aan de rechterkant hebt gemaakt. |
Windows-logotoets + Ctrl + pijl-links | Schakelen tussen virtuele bureaubladen die u aan de linkerkant hebt gemaakt. |
Windows-logotoets + Ctrl + F4 | Het virtuele bureaublad dat u gebruikt, sluiten. |
Druk op deze toets | Om dit te doen |
---|---|
Shift + klikken op een taakbalkknop | Een app openen of snel nog een exemplaar van een app openen. |
Ctrl + Shift + klikken op een taakbalkknop | Een app openen als administrator. |
Shift + klikken met de rechtermuisknop op een taakbalkknop | Het menu Venster voor de app weergeven. |
Shift + klikken met de rechtermuisknop op een gegroepeerde taakbalkknop | Het menu Venster voor de groep weergeven. |
Ctrl + klikken op een gegroepeerde taakbalkknop | Door de vensters van een groep bladeren. |
Druk op deze toets | Om dit te doen |
---|---|
Windows-logotoets + I | Instellingen openen. |
Backspace | Teruggaan naar de startpagina van de instellingen. |
Op een pagina met zoekvak typen | Instellingen voor zoeken. |
Aanvullende toetsenbordsneltoetsen
-
Snelkoppelingen in apps
-
Windows-sneltoetsen voor toegankelijkheid
-
Sneltoetsen voor Microsoft Surface Hub
-
Sneltoetsen in Continuum voor telefoons
Sneltoetsen zijn toetsen of combinaties van toetsen waarmee u taken kunt uitvoeren die u doorgaans met de muis doet. Klik op een optie hieronder. Deze wordt dan geopend om een tabel met verwante snelkoppelingen weer te geven:
De volgende tabel bevat algemene sneltoetsen voor Windows 8.1 en Windows RT 8.1.
Druk op deze toets | Om dit te doen |
---|---|
Ctrl + C (of Ctrl + Insert) | Het geselecteerde item kopiëren |
Ctrl + X | Het geselecteerde item knippen |
Ctrl + V (of Shift + Insert) | Het geselecteerde item plakken |
Ctrl + Z | Een actie ongedaan maken |
Alt + Tab | Schakelen tussen geopende apps |
Alt + F4 | Het actieve item sluiten of de actieve app afsluiten |
Windows-logotoets + L | Uw pc vergrendelen of tussen accounts schakelen |
Windows-logotoets + D | Het bureaublad weergeven en verbergen |
De volgende tabel bevat nieuwe sneltoetsen die u kunt gebruiken in Windows.
Druk op deze toets | Om dit te doen |
---|---|
Windows-logotoets +begin te typen | Uw pc doorzoeken |
Ctrl + plusteken (+) of Ctrl + minteken (-) | In- of uitzoomen van een groot aantal items, zoals apps die op het Startscherm zijn vastgemaakt |
Ctrl + muiswiel | In- of uitzoomen van een groot aantal items, zoals apps die op het Startscherm zijn vastgemaakt |
Windows-logotoets + C | De charms openen Open de opdrachten voor de app in een app |
Windows-logotoets + F | De charm Zoeken openen om bestanden te zoeken |
Windows-logotoets + H | De charm Delen openen |
Windows-logotoets + I | De charm Instellingen openen |
Windows-logotoets + K | De charm Apparaten openen |
Windows-logotoets + O | De schermstand (staand of liggend) vergrendelen |
Windows-logotoets + Q | De charm Zoeken openen om in alle locaties of alleen in een geopende app te zoeken (als zoeken in de app wordt ondersteund door de app) |
Windows-logotoets + S | De charm Zoeken openen om in Windows en op internet te zoeken |
Windows-logotoets + W | De charm Zoeken openen om instellingen te zoeken |
Windows-logotoets + Z | De opdrachten weergeven die beschikbaar zijn in de app Opmerking:U kunt ook bepaalde instellingen en opties weergeven door naar de charm Instellingen te gaan wanneer de app is geopend. |
Windows-logotoets + spatiebalk | De invoertaal en toetsenbordindeling wijzigen |
Windows-logotoets + Ctrl + spatiebalk | Naar eerder geselecteerde invoer schakelen |
Windows-logotoets + Tab | Door recent gebruikte apps (met uitzondering van bureaublad-apps) bladeren |
Windows-logotoets + Ctrl + Tab | Door recent gebruikte apps (met uitzondering van bureaublad-apps) bladeren |
Windows-logotoets + Shift + Tab | In tegengestelde richting door recent gebruikte apps (met uitzondering van bureaublad-apps) bladeren |
Windows-logotoets + Shift + punt (.) | Een app aan de linkerkant vastmaken |
Windows-logotoets + punt (.) | Door geopende apps bladeren |
Esc | De huidige taak stoppen of afsluiten |
Windows-logotoets + Ctrl + Shift + B | De pc activeren vanuit een zwart of leeg scherm. |
De volgende tabel bevat algemene sneltoetsen in Windows.
Druk op deze toets | Actie |
---|---|
F1 | Help-informatie weergeven |
F2 | De naam van het geselecteerde item wijzigen |
F3 | Een bestand of map zoeken |
F4 | De lijst van de adresbalk weergegeven in Verkenner |
F5 | Het actieve venster vernieuwen |
F6 | Bladeren door schermelementen in een venster of op het bureaublad |
F10 | De menubalk activeren in de actieve app |
Alt + F4 | Het actieve item sluiten of de actieve app afsluiten |
Alt + Esc | Bladeren door items in de volgorde waarin deze zijn geopend |
Alt + onderstreepte letter | De opdracht voor deze letter uitvoeren |
Alt + Enter | De eigenschappen van het geselecteerde item weergeven |
Alt + spatiebalk | Het snelmenu voor het actieve venster openen |
Alt + pijl-links | Terug |
Alt + pijl-rechts | Volgende |
Alt + Page Up | Eén scherm naar boven gaan |
Alt + Page Down | Eén scherm naar beneden gaan |
Alt + Tab | Schakelen tussen geopende apps (met uitzondering van bureaublad-apps) |
Ctrl + F4 | Het actieve document sluiten (in apps in volledig scherm en waarin u meerdere documenten tegelijk geopend kunt hebben) |
Ctrl + A | Alle items in een document of venster selecteren |
Ctrl + C (of Ctrl + Insert) | Het geselecteerde item kopiëren |
Ctrl + D (of Delete) | Het geselecteerde item verwijderen en verplaatsen naar de Prullenbak |
Ctrl + R (of F5) | Het actieve venster vernieuwen |
Ctrl + V (of Shift + Insert) | Het geselecteerde item plakken |
Ctrl + X | Het geselecteerde item knippen |
Ctrl + Y | Een actie opnieuw uitvoeren |
Ctrl+Z | Een actie ongedaan maken |
Ctrl + plusteken (+) of Ctrl + minteken (-) | In- of uitzoomen van een groot aantal items, zoals apps die op het Startscherm zijn vastgemaakt |
Ctrl + muiswiel | De grootte van bureaubladpictogrammen wijzigen of in- of uitzoomen van een groot aantal items, zoals apps die op het Startscherm zijn vastgemaakt |
Ctrl + Pijl-rechts | De cursor naar het begin van het volgende woord verplaatsen |
Ctrl + Pijl-links | De cursor naar het begin van het vorige woord verplaatsen |
Ctrl + Pijl-omlaag | De cursor naar het begin van de volgende alinea verplaatsen |
Ctrl + Pijl-omhoog | De cursor naar het begin van de vorige alinea verplaatsen |
Ctrl + Alt + Tab | Schakelen tussen alle geopende apps met de pijltoetsen |
Ctrl + pijltoets (om naar een item te gaan) + spatiebalk | Meerdere afzonderlijke items in een venster of op het bureaublad selecteren |
Ctrl + Shift met een pijltoets | Een tekstblok selecteren |
Ctrl + Esc | Startscherm openen |
Ctrl + Shift + Esc | Taakbeheer openen |
Ctrl + Shift | De toetsenbordindeling wijzigen wanneer er meerdere toetsenbordindelingen beschikbaar zijn |
Ctrl + spatiebalk | De Chinese IME (Input Method Editor) in- of uitschakelen |
Shift + F10 | Het snelmenu voor het geselecteerde item weergeven |
Shift met een pijltoets | Meerdere items in een venster of op het bureaublad selecteren of tekst in een document selecteren |
Shift + Delete | Het geselecteerde item verwijderen zonder het naar de Prullenbak te verplaatsen |
Pijl-rechts | Het volgende menu aan de rechterzijde openen of een submenu openen |
Pijl-links | Het volgende menu aan de linkerzijde openen of een submenu sluiten |
Esc | De huidige taak stoppen of afsluiten |
De volgende tabel bevat sneltoetsen die worden gebruikt in combinatie met de Windows-logotoets .
Druk op deze toets | Om dit te doen |
---|---|
Windows-logotoets + F1 | Windows Help en ondersteuning openen |
Windows-logotoets | Het Startscherm weergeven of verbergen |
Windows-logotoets + B | De focus op het systeemvak zetten |
Windows-logotoets + C | De charms openen |
Windows-logotoets + D | Het bureaublad weergeven en verbergen |
Windows-logotoets + E | Open Bestandenverkenner |
Windows-logotoets + F | De charm Zoeken openen en bestanden zoeken |
Windows-logotoets + H | De charm Delen openen |
Windows-logotoets + I | De charm Instellingen openen |
Windows-logotoets + K | De charm Apparaten openen |
Windows-logotoets + L | Uw pc vergrendelen of naar andere personen overschakelen |
Windows-logotoets + M | Alle vensters minimaliseren |
Windows-logotoets + O | Apparaatoriëntatie vergrendelen |
Windows-logotoets + P | Een weergavemodus voor een presentatie kiezen |
Windows-logotoets + Q | De charm Zoeken openen om in alle locaties of alleen in een geopende app te zoeken (als zoeken in de app wordt ondersteund door de app) |
Windows-logotoets + R | Het dialoogvenster Uitvoeren openen. |
Windows-logotoets + S | De charm Zoeken openen om in Windows en op internet te zoeken |
Windows-logotoets + T | Bladeren door de apps op de taakbalk |
Windows-logotoets + U | Toegankelijkheidscentrum openen |
Windows-logotoets + V | Bladeren door meldingen |
Windows-logotoets + Shift + V | Bladeren door meldingen in tegengestelde richting |
Windows-logotoets + X | Het menu Snelkoppeling openen. |
Windows-logotoets + Z | De beschikbare opdrachten in een app weergeven Opmerking:U kunt ook bepaalde instellingen en opties weergeven door naar de charm Instellingen te gaan wanneer de app is geopend. |
Windows-logotoets + , | Een kort voorbeeld van het bureaublad weergeven |
Windows-logotoets + Pause | Het dialoogvenster Systeemeigenschappen weergeven. |
Windows-logotoets + Ctrl + F | Pc's zoeken (als u bent verbonden met een netwerk) |
Windows-logotoets + Shift + M | Het vorige formaat van geminimaliseerde vensters op het bureaublad herstellen |
Windows-logotoets +cijfer | Het bureaublad openen en de app starten die is vastgemaakt aan de taakbalk op de door het cijfer aangegeven positie. Als de app al wordt uitgevoerd, schakelt u over naar deze app. |
Windows-logotoets + Shift + cijfer | Het bureaublad openen en een nieuw exemplaar van de app starten die is vastgemaakt aan de taakbalk op de door het cijfer aangegeven positie. |
Windows-logotoets + Ctrl + cijfer | Het bureaublad openen en overschakelen naar het laatste actieve venster van de app die is vastgemaakt aan de taakbalk op de door het cijfer aangegeven positie |
Windows-logotoets + Alt + cijfer | Het bureaublad openen en de Jump List openen van de app die is vastgemaakt aan de taakbalk op de door het cijfer aangegeven positie |
Windows-logotoets + Ctrl + Shift + cijfer | Het bureaublad openen als administrator en een nieuw exemplaar openen van de app die is vastgemaakt aan de taakbalk op de door het cijfer aangegeven positie |
Windows-logotoets + Tab | Door recent gebruikte apps (met uitzondering van bureaublad-apps) bladeren |
Windows-logotoets + Ctrl + Tab | Door recent gebruikte apps (met uitzondering van bureaublad-apps) bladeren |
Windows-logotoets + Shift + Tab | In tegengestelde richting door recent gebruikte apps (met uitzondering van bureaublad-apps) bladeren |
Windows-logotoets + Ctrl + B | Naar de app overschakelen die een bericht heeft weergegeven in het systeemvak |
Windows-logotoets + pijl-omhoog | Het venster maximaliseren |
Windows-logotoets + pijl-omlaag | Huidige app van het scherm verwijderen of het bureaubladvenster minimaliseren |
Windows-logotoets + pijl-links | De app of het bureaubladvenster maximaliseren aan de linkerkant van het scherm |
Windows-logotoets + pijl-rechts | De app of het bureaubladvenster maximaliseren aan de rechterkant van het scherm |
Windows-logotoets + Home | Alle vensters minimaliseren behalve het bureaubladvenster (als de toetscombinatie nogmaals wordt ingedrukt, worden alle vensters hersteld) |
Windows-logotoets + Shift + pijl-omhoog | Het bureaubladvenster uitrekken tot de boven- en onderkant van het scherm |
Windows-logotoets + Shift + pijl-omlaag | Actieve bureaubladvensters verticaal herstellen/minimaliseren, terwijl de breedte gelijk blijft |
Windows-logotoets + Shift + pijl-links of pijl-rechts | Een app of het venster op het bureaublad van het ene naar het andere beeldscherm verplaatsen |
Windows-logotoets + spatiebalk | De invoertaal en toetsenbordindeling wijzigen |
Windows-logotoets + Ctrl + spatiebalk | Naar eerder geselecteerde invoer schakelen |
Windows-logotoets + Enter | Verteller openen |
Windows-logotoets +Shift+punt (.) | Door geopende apps bladeren |
Windows-logotoets + punt (.) | Door geopende apps bladeren |
Windows-logotoets + / | IME-reconversie starten |
Windows-logotoets + Alt + Enter | Windows Media Center openen |
Windows-logotoets + plus- (+) of minteken (-) | In- of uitzoomen met Vergrootglas |
Windows-logotoets + Esc | Vergrootglas afsluiten |
De volgende tabel bevat sneltoetsen die u kunt gebruiken in dialoogvensters.
Druk op deze toets | Actie |
---|---|
F1 | Help-informatie weergeven |
F4 | De items in de actieve lijst weergeven |
Ctrl + Tab | Naar het volgende tabblad gaan |
Ctrl + Shift + Tab | Naar het vorige tabblad gaan |
Ctrl + cijfer (cijfer 1-9) | Naar het n-e tabblad gaan. |
Tab | Naar de volgende optie gaan |
Shift + Tab | Naar de vorige optie gaan |
Alt + onderstreepte letter | De opdracht uitvoeren (of de optie selecteren) die de onderstreepte letter bevat |
Spatiebalk | Het selectievakje in- of uitschakelen als de actieve optie een selectievakje is |
Backspace | Een map op het bovenliggende niveau openen als er een map is geselecteerd in het dialoogvenster Opslaan als of Openen. |
Pijltoetsen | Een keuzerondje selecteren als de actieve optie een groep keuzerondjes is |
Druk op deze toets | Om dit te doen |
---|---|
Alt + D | De adresbalk selecteren |
Ctrl + E | Het zoekvak selecteren |
Ctrl + F | Het zoekvak selecteren |
Ctrl + N | Een nieuw venster openen |
Ctrl + W | Het huidige venster sluiten |
Ctrl + muiswiel | De grootte en weergave van bestands- en mappictogrammen wijzigen |
Ctrl + Shift + E | Alle mappen boven de geselecteerde map weergeven |
Ctrl + Shift + N | Een nieuwe map maken |
Num Lock + sterretje (*) | Alle submappen onder de geselecteerde map weergeven |
Num Lock + plusteken (+) | De inhoud van de geselecteerde map weergeven |
Num Lock + minteken (-) | De geselecteerde map samenvouwen |
Alt + P | Het voorbeeldvenster weergeven |
Alt + Enter | Het dialoogvenster Eigenschappen voor het geselecteerde item openen. |
Alt + pijl-rechts | De volgende map weergeven |
Alt + pijl-omhoog | De map bekijken waarin de map zich bevond |
Alt + pijl-links | De vorige map weergeven |
Backspace | De vorige map weergeven |
Pijl-rechts | De huidige selectie weergeven (als deze is samengevouwen) of de eerste submap selecteren |
Pijl-links | De huidige selectie samenvouwen (als deze is uitgevouwen) of de map selecteren waarin de map zich bevond |
End | De onderkant van het actieve venster weergeven |
Startpagina | De bovenkant van het actieve venster weergeven |
F11 | Het actieve venster maximaliseren of minimaliseren |
De volgende tabel bevat sneltoetsen die u voor het werken met items op de taakbalk op het bureaublad kunt gebruiken.
Druk op deze toets | Om dit te doen |
---|---|
Shift + klikken op een taakbalkknop | Een app openen of snel nog een exemplaar van een app openen |
Ctrl + Shift + klikken op een taakbalkknop | Een app openen als beheerder |
Shift + klikken met de rechtermuisknop op een taakbalkknop | Het menu Venster voor de app weergeven |
Shift + klikken met de rechtermuisknop op een gegroepeerde taakbalkknop | Het menu Venster voor de groep weergeven |
Ctrl + klikken op een gegroepeerde taakbalkknop | Door de vensters van een groep bladeren |
Druk op deze toets | Om dit te doen |
---|---|
Alt + Page Up | Apps doorlopen van links naar rechts |
Alt + Page Down | Apps doorlopen van rechts naar links |
Alt + Insert | Apps doorlopen in de volgorde waarin deze zijn gestart |
Alt + Startpagina | Het Startscherm weergeven |
Ctrl + Alt + Break | Schakelen tussen een venster en volledig scherm |
Ctrl + Alt + End | Het dialoogvenster Windows-beveiliging weergeven |
Ctrl + Alt + Home | De verbindingsbalk activeren in de modus Volledig scherm |
Alt + Delete | Het systeemmenu weergeven |
Ctrl + Alt + minteken (-) op het numerieke toetsenblok | Een kopie van het actieve venster in de client op het Klembord van de Terminal-server plaatsen (dit is vergelijkbaar met het drukken op Alt+Print Screen op een lokale pc) |
Ctrl + Alt + plusteken (+) op het numerieke toetsenblok | Een kopie van het hele clientvenstergebied op het Klembord van de Terminal-server plaatsen (dit is vergelijkbaar met het drukken op Print Screen op een lokale pc) |
Ctrl + Alt + Pijl-rechts | Tabsgewijs vanuit de besturingselementen voor Extern bureaublad verspringen naar een besturingselement in de host-app (bijvoorbeeld een knop of een tekstvak). Dit is handig wanneer de besturingselementen voor Extern bureaublad zijn ingesloten in een andere (host-)app. |
Ctrl + Alt + Pijl-links | Tabsgewijs vanuit de besturingselementen voor Extern bureaublad verspringen naar een besturingselement in de host-app (bijvoorbeeld een knop of een tekstvak). Dit is handig wanneer de besturingselementen voor Extern bureaublad zijn ingesloten in een andere (host-)app. |
De volgende tabel bevat sneltoetsen die u met de Help-viewer kunt gebruiken.
Druk op deze toets | Actie |
---|---|
F3 | De cursor in het zoekvak plaatsen |
F10 | Het menu Opties weergeven |
Startpagina | Naar het begin van een onderwerp gaan |
End | Naar het einde van een onderwerp gaan |
Alt + pijl-links | Teruggaan naar het vorige weergegeven onderwerp |
Alt + pijl-rechts | Naar het volgende (eerder weergegeven) onderwerp gaan |
Alt + Startpagina | De startpagina van Help en ondersteuning weergeven |
Alt + A | De pagina voor klantondersteuning weergeven |
Alt + C | De inhoudsopgave weergeven |
Alt + N | Het menu Verbindingsinstellingen weergeven |
Ctrl + F | Zoeken in het huidige onderwerp |
Ctrl + P | Een onderwerp afdrukken |
De volgende tabel bevat sneltoetsen voor het herschikken van moderne apps.
Opmerking:Houd de Windows-logotoets continu ingedrukt, terwijl u de apps herschikt, vanaf het moment waarop u de herschikkingsmodus hebt geopend totdat alle herschikkingsopdrachten zijn voltooid. Zodra u klaar bent met het herschikken van de apps, haalt u de vinger van de Windows-logotoets om de huidige schikking te selecteren.
Druk op deze toets | Om dit te doen |
---|---|
Windows-logotoets + . (punt) | Herschikkingsmodus openen en apps of scheidingslijnen in beeldschermen selecteren |
Windows-logotoets + pijl-links | Scheidingslijn voor apps naar links verplaatsen |
Windows-logotoets + pijl-rechts | Scheidingslijn voor apps naar rechts verplaatsen |
Windows-logotoets + pijl-omhoog | App maximaliseren |
Windows-logotoets + pijl-omlaag | App sluiten |
Windows-logotoets + Esc | Herschikkingsmodus afsluiten |
Aanvullende toetsenbordsneltoetsen
-
Snelkoppelingen in apps
-
Windows-sneltoetsen voor toegankelijkheid
-
Sneltoetsen voor Microsoft Surface Hub
-
Sneltoetsen in Continuum voor telefoons
Ondersteuning voor Windows 7 is gestopt op 14 januari 2020
U wordt aangeraden over te stappen op een Windows 11-pc als u beveiligingsupdates van Microsoft wilt blijven ontvangen.
Meer informatie
Sneltoetsen zijn toetsen of combinaties van toetsen waarmee u taken kunt uitvoeren die u doorgaans met de muis doet. Klik op een optie hieronder. Deze wordt dan geopend om een tabel met verwante snelkoppelingen weer te geven:
Druk op deze toets | Actie |
---|---|
F1 | Help-informatie weergeven |
Ctrl + C (of Ctrl + Insert) | Het geselecteerde item kopiëren |
Ctrl + X | Het geselecteerde item knippen |
Ctrl + V (of Shift + Insert) | Het geselecteerde item plakken |
Ctrl + Z | Een actie ongedaan maken |
Ctrl + Y | Een actie opnieuw uitvoeren |
Delete (of Ctrl + D) | Het geselecteerde item verwijderen en verplaatsen naar de Prullenbak |
Shift + Delete | Het geselecteerde item verwijderen zonder het naar de Prullenbak te verplaatsen |
F2 | De naam van het geselecteerde item wijzigen |
Ctrl + pijl-rechts | De cursor naar het begin van het volgende woord verplaatsen |
Ctrl + pijl-links | De cursor naar het begin van het vorige woord verplaatsen |
Ctrl + pijl-omlaag | De cursor naar het begin van de volgende alinea verplaatsen |
Ctrl + pijl-omhoog | De cursor naar het begin van de vorige alinea verplaatsen |
Ctrl + Shift met een pijltoets | Een tekstblok selecteren |
Shift met een pijltoets | Meerdere items in een venster of op het bureaublad selecteren of tekst in een document selecteren |
Ctrl met een pijltoets + spatiebalk | Meerdere afzonderlijke items in een venster of op het bureaublad selecteren |
Ctrl + A | Alle items in een document of venster selecteren |
F3 | Een bestand of map zoeken |
Alt + Enter | De eigenschappen van het geselecteerde item weergeven |
Alt + F4 | Het actieve item sluiten of het actieve programma afsluiten |
Alt + spatiebalk | Het snelmenu voor het actieve venster openen |
Ctrl + F4 | Het actieve document sluiten (in programma's waarin meerdere documenten tegelijk kunnen zijn geopend) |
Alt + Tab | Schakelen tussen geopende items |
Ctrl + Alt + Tab | Schakelen tussen geopende items met de pijltoetsen |
Ctrl + muiswiel | De grootte van pictogrammen op het bureaublad wijzigen |
Windows-logotoets | Door programma's op de taakbalk bladeren met behulp van Aero Flip 3D |
Ctrl + Windows-logotoets | Met de pijltoetsen door programma's op de taakbalk bladeren met behulp van Aero Flip 3D |
Alt + Esc | Bladeren door items in de volgorde waarin deze zijn geopend |
F6 | Bladeren door schermelementen in een venster of op het bureaublad |
F4 | De lijst van de adresbalk weergegeven in Windows Verkenner |
Shift + F10 | Het snelmenu voor het geselecteerde item weergeven |
Ctrl + Esc | Het menu Start openen |
Alt + onderstreepte letter | Het bijbehorende menu weergeven |
Alt + onderstreepte letter | De menuopdracht (of andere onderstreepte opdracht) uitvoeren |
F10 | De menubalk activeren in het actieve programma |
Pijl-rechts | Het volgende menu aan de rechterzijde openen of een submenu openen |
Pijl-links | Het volgende menu aan de linkerzijde openen of een submenu sluiten |
F5 (of Ctrl + R) | Het actieve venster vernieuwen |
Alt + pijl-omhoog | De map op het bovenliggende niveau weergeven in Windows Verkenner |
Esc | Actieve taak annuleren |
Ctrl + Shift + Esc | Taakbeheer openen |
Shift bij het plaatsen van een cd | Voorkomen dat de cd automatisch wordt afgespeeld |
Alt-links + Shift | De invoertaal wijzigen wanneer er meerdere invoertalen zijn ingeschakeld |
Ctrl + Shift | De toetsenbordindeling wijzigen wanneer er meerdere toetsenbordindelingen zijn ingeschakeld |
Ctrl-rechts + Shift of Ctrl-links + Shift | De leesrichting van tekst wijzigen voor talen die van rechts naar links worden gelezen |
De volgende tabel bevat sneltoetsen voor gebruik in dialoogvensters.
Druk op deze toets | Om dit te doen |
---|---|
Ctrl + Tab | Naar het volgende tabblad gaan |
Ctrl + Shift + Tab | Naar het vorige tabblad gaan |
Tab | Naar de volgende optie gaan |
Shift + Tab | Naar de vorige optie gaan |
Alt + onderstreepte letter | De opdracht uitvoeren (of de optie selecteren) die de onderstreepte letter bevat |
Enter | Een alternatief voor het klikken met de muis voor een groot aantal geselecteerde opdrachten |
Spatiebalk | Het selectievakje in- of uitschakelen als de actieve optie een selectievakje is |
Pijltoetsen | Een keuzerondje selecteren als de actieve optie een groep keuzerondjes is |
F1 | Help-informatie weergeven |
F4 | De items in de actieve lijst weergeven |
Backspace | Een map op het bovenliggende niveau openen als er een map is geselecteerd in het dialoogvenster Opslaan als of Openen |
De volgende tabel bevat sneltoetsen die worden gebruikt in combinatie met de Windows-logotoets .
Druk op deze toets | Om dit te doen |
---|---|
Windows-logotoets | Het Startmenu openen of sluiten. |
Windows-logotoets | Het dialoogvenster Systeemeigenschappen weergeven. |
Windows-logotoets | Het bureaublad weergeven. |
Windows-logotoets | Alle vensters minimaliseren. |
Windows-logotoets | Het vorige formaat van geminimaliseerde vensters op het bureaublad herstellen. |
Windows-logotoets | Computer openen. |
Windows-logotoets | Computers zoeken (als u bent verbonden met een netwerk). |
Windows-logotoets | Uw computer vergrendelen of naar een andere gebruiker overschakelen. |
Windows-logotoets | Het dialoogvenster Uitvoeren openen. |
Windows-logotoets | Door de programma's op de taakbalk bladeren. |
Windows-logotoets | Het programma starten dat is vastgemaakt aan de taakbalk op de door het cijfer aangegeven positie. Als het programma al wordt uitgevoerd, schakelt u hiernaar over. |
Shift + Windows-logotoets | Een nieuw exemplaar van het programma starten dat is vastgemaakt aan de taakbalk op de door het cijfer aangegeven positie. |
Ctrl + Windows-logotoets | Naar het laatste actieve venster van het programma overschakelen dat is vastgemaakt aan de taakbalk op de door het cijfer aangegeven positie. |
Alt + Windows-logotoets | De Jump List openen voor het programma dat is vastgemaakt aan de taakbalk op de door het cijfer aangegeven positie. |
Windows-logotoets | Door programma's op de taakbalk bladeren met behulp van Aero Flip 3D. |
Ctrl + Windows-logotoets | Met de pijltoetsen door programma's op de taakbalk bladeren met behulp van Aero Flip 3D. |
Ctrl + Windows-logotoets | Naar het programma overschakelen dat een bericht heeft weergegeven in het systeemvak. |
Windows-logotoets | Een voorbeeld van het bureaublad weergeven. |
Windows-logotoets | Het venster maximaliseren. |
Windows-logotoets | Het venster maximaliseren aan de linkerkant van het scherm. |
Windows-logotoets | Het venster maximaliseren aan de rechterkant van het scherm. |
Windows-logotoets | Het venster minimaliseren. |
Windows-logotoets | Alle vensters minimaliseren behalve het actieve venster. |
Windows-logotoets | Het bureaubladvenster uitrekken tot de boven- en onderkant van het scherm. |
Windows-logotoets | Een venster van het ene naar het andere beeldscherm verplaatsen. |
Windows-logotoets | Een weergavemodus voor een presentatie kiezen. |
Windows-logotoets | Door gadgets bladeren. |
Windows-logotoets | Toegankelijkheidscentrum openen. |
Windows-logotoets | Windows Mobiliteitscentrum openen. |
Druk op deze toets | Actie |
---|---|
Ctrl + N | Een nieuw venster openen |
Ctrl + W | Het huidige venster sluiten |
Ctrl + Shift + N | Een nieuwe map maken |
End | De onderkant van het actieve venster weergeven |
Startpagina | De bovenkant van het actieve venster weergeven |
F11 | Het actieve venster maximaliseren of minimaliseren |
Ctrl + punt (.) | Een afbeelding rechtsom draaien |
Ctrl + komma (,) | Een afbeelding linksom draaien |
Num Lock + sterretje (*) op het numerieke toetsenblok | Alle submappen onder de geselecteerde map weergeven |
Num Lock + plusteken (+) op het numerieke toetsenblok | De inhoud van de geselecteerde map weergeven |
Num Lock + minteken (-) op het numerieke toetsenblok | De geselecteerde map samenvouwen |
Pijl-links | De huidige selectie samenvouwen (als deze is uitgevouwen) of de bovenliggende map selecteren |
Alt + Enter | Het dialoogvenster Eigenschappen voor het geselecteerde item openen |
Alt + P | Het voorbeeldvenster weergeven |
Alt + pijl-links | De vorige map weergeven |
Backspace | De vorige map weergeven |
Pijl-rechts | De huidige selectie weergeven (als deze is samengevouwen) of de eerste submap selecteren |
Alt + pijl-rechts | De volgende map weergeven |
Alt + pijl-omhoog | De bovenliggende map weergeven |
Ctrl + Shift + E | Alle mappen boven de geselecteerde map weergeven |
Ctrl + muiswiel | De grootte en weergave van bestands- en mappictogrammen wijzigen |
Alt + D | De adresbalk selecteren |
Ctrl + E | Het zoekvak selecteren |
Ctrl + F | Het zoekvak selecteren |
De volgende tabel bevat sneltoetsen die u voor het werken met items op de taakbalk op het bureaublad kunt gebruiken.
Druk op deze toets | Om dit te doen |
---|---|
Shift + klikken op een taakbalkknop | Een programma openen of snel nog een exemplaar van een programma openen |
Ctrl + Shift + klikken op een taakbalkknop | Een programma als administrator openen |
Shift + klikken met de rechtermuisknop op een taakbalkknop | Het menu Venster voor het programma weergeven |
Shift + klikken met de rechtermuisknop op een gegroepeerde taakbalkknop | Het menu Venster voor de groep weergeven |
Ctrl + klikken op een gegroepeerde taakbalkknop | Door de vensters van een groep bladeren |
De volgende tabel bevat sneltoetsen die u met Verbinding met extern bureaublad kunt gebruiken.
Toetscombinatie | Om dit te doen |
---|---|
Alt + Page Up | Apps doorlopen van links naar rechts |
Alt + Page Down | Apps doorlopen van rechts naar links |
Alt + Insert | Programma's doorlopen in de volgorde waarin deze zijn gestart. |
Alt + Startpagina | Het Startmenu weergeven. |
Ctrl + Alt + Break | Schakelen tussen een venster en volledig scherm |
Ctrl + Alt + End | Het dialoogvenster Windows-beveiliging weergeven |
Alt + Delete | Het systeemmenu weergeven. |
Ctrl + Alt + minteken (-) op het numerieke toetsenblok | Een kopie van het actieve venster in de client op het Klembord van de Terminal-server plaatsen (dit is vergelijkbaar met het drukken op Alt+Print Screen op een lokale computer) |
Ctrl + Alt + plusteken (+) op het numerieke toetsenblok | Een kopie van het hele clientvenstergebied op het Klembord van de Terminal-server plaatsen (dit is vergelijkbaar met het drukken op Print Screen op een lokale computer) |
Ctrl + Alt + pijl-rechts | Tabsgewijs vanuit de besturingselementen voor Extern bureaublad verspringen naar een besturingselement in het hostprogramma (bijvoorbeeld een knop of een tekstvak). Dit is handig wanneer de besturingselementen voor Extern bureaublad zijn ingesloten in een ander (host-)programma. |
Ctrl + Alt + pijl-links | Tabsgewijs vanuit de besturingselementen voor Extern bureaublad verspringen naar een besturingselement in het hostprogramma (bijvoorbeeld een knop of een tekstvak). Dit is handig wanneer de besturingselementen voor Extern bureaublad zijn ingesloten in een ander (host-)programma. |
Opmerking:Ctrl + Alt + Break en Ctrl + Alt + End zijn beschikbaar in alle extern-bureaubladsessies, zelfs wanneer u de externe computer zo hebt ingesteld dat Windows-sneltoetsen worden herkend.
De volgende tabel bevat sneltoetsen die je met Paint kunt gebruiken.
Toetscombinatie | Actie |
---|---|
Ctrl + N | Een nieuwe afbeelding maken |
Ctrl+O | Een bestaande afbeelding openen |
Ctrl + S | Wijzigingen in een afbeelding opslaan |
F12 | De afbeelding als een nieuw bestand opslaan |
Ctrl + P | Een afbeelding afdrukken |
Alt + F4 | Een afbeelding en het bijbehorende Paint-venster sluiten |
Ctrl + Z | Een wijziging ongedaan maken |
Ctrl + Y | Een wijziging opnieuw aanbrengen |
Ctrl + A | De hele afbeelding selecteren |
Ctrl + X | Een selectie knippen |
Ctrl + C | Een selectie naar het Klembord kopiëren |
Ctrl + V | Een selectie vanaf het Klembord plakken |
Pijl-rechts | De selectie of de actieve vorm één pixel naar rechts verplaatsen |
Pijl-links | De selectie of de actieve vorm één pixel naar links verplaatsen |
Pijl-omlaag | De selectie of de actieve vorm één pixel naar beneden verplaatsen |
Pijl-omhoog | De selectie of de actieve vorm één pixel naar boven verplaatsen |
Esc | Een selectie annuleren |
Verwijderen | Een selectie verwijderen |
Ctrl + B | Geselecteerde tekst vet opmaken |
Ctrl + + | De kwast, lijn of vormomtrek breder maken met één pixel |
Ctrl + - | De kwast, lijn of vormomtrek smaller maken met één pixel |
Ctrl + U | De geselecteerde tekst onderstrepen |
Ctrl + E | Het dialoogvenster Eigenschappen openen |
Ctrl + W | Het dialoogvenster Formaat wijzigen en hellen openen |
Ctrl + Page Up | Inzoomen |
Ctrl+Page Down | Uitzoomen |
F11 | Een afbeelding op het volledige scherm weergeven |
Ctrl + R | De liniaal weergeven of verbergen |
Ctrl + G | Rasterlijnen weergeven of verbergen |
F10 of Alt | Sneltoetsen weergeven |
Shift + F10 | Het huidige snelmenu weergeven |
F1 | Help-informatie van Paint openen |
De volgende tabel bevat sneltoetsen die je met WordPad kunt gebruiken.
Toetscombinatie | Actie |
---|---|
Ctrl + N | Een nieuw document maken |
Ctrl+O | Een bestaand document openen |
Ctrl + S | Wijzigingen in een document opslaan |
F12 | Het document als een nieuw bestand opslaan |
Ctrl + P | Een document afdrukken |
Alt + F4 | WordPad afsluiten |
Ctrl + Z | Een wijziging ongedaan maken |
Ctrl + Y | Een wijziging opnieuw aanbrengen |
Ctrl + A | Het hele document selecteren |
Ctrl + X | Een selectie knippen |
Ctrl + C | Een selectie naar het Klembord kopiëren |
Ctrl + V | Een selectie vanaf het Klembord plakken |
Ctrl + B | Geselecteerde tekst vet opmaken |
Ctrl + I | Geselecteerde tekst cursief opmaken |
Ctrl + U | De geselecteerde tekst onderstrepen |
Ctrl + = | Geselecteerde tekst subscript maken |
Ctrl+Shift+= | Geselecteerde tekst superscript maken |
Ctrl + L | Tekst links uitlijnen |
Ctrl + E | Tekst centreren |
Ctrl + R | Tekst rechts uitlijnen |
Ctrl + J | Tekst uitvullen |
Ctrl + 1 | Enkele regelafstand instellen |
Ctrl+2 | Dubbele regelafstand instellen |
Ctrl+5 | Regelafstand instellen op 1,5 |
Ctrl + Shift + > | De tekengrootte vergroten |
Ctrl+Shift+< | De tekengrootte verkleinen |
Ctrl+Shift+A | Alle tekens wijzigen in hoofdletters |
Ctrl+Shift+L | Het opsommingsteken wijzigen |
Ctrl + D | Een Microsoft Paint-tekening invoegen |
Ctrl + F | Tekst in een document zoeken |
F3 | Het volgende exemplaar van de tekst zoeken in het dialoogvenster Zoeken |
Ctrl + H | Tekst in een document vervangen |
Ctrl + pijl-links | De cursor één woord naar links verplaatsen |
Ctrl + pijl-rechts | De cursor één woord naar rechts verplaatsen |
Ctrl + pijl-omhoog | De cursor naar de regel erboven verplaatsen |
Ctrl + pijl-omlaag | De cursor naar de regel eronder verplaatsen |
Ctrl + Home | Naar het begin van het document gaan |
Ctrl + End | Naar het einde van het document gaan |
Ctrl+Page Up | Eén pagina naar boven gaan |
Ctrl+Page Down | Eén pagina naar beneden gaan |
Ctrl+Delete | Het volgende woord verwijderen |
F10 | Sneltoetsen weergeven |
Shift + F10 | Het huidige snelmenu weergeven |
F1 | Help-informatie van WordPad openen |
De volgende tabel bevat sneltoetsen die je kunt gebruiken met Rekenmachine.
Toetscombinatie | Actie |
---|---|
Alt+1 | De standaardmodus activeren |
Alt + 2 | De wetenschappelijke modus activeren |
Alt + 3 | De programmeermodus activeren |
Alt+4 | De statistische modus activeren |
Ctrl + E | Datumberekeningen openen |
Ctrl+H | De rekengeschiedenis in- of uitschakelen |
Ctrl + U | Eenheidsomrekening openen |
Alt + C | Datumberekeningen en werkbladen berekenen of oplossen |
F1 | Help-informatie van Rekenmachine openen |
Ctrl + Q | Op de knop M- drukken |
Ctrl + P | Op de knop M+ drukken |
Ctrl + M | Op de knop MS drukken |
Ctrl + R | Op de knop MR drukken |
Ctrl + L | Op de knop MC drukken |
% | Op de knop % drukken |
F9 | Op de knop +/– drukken |
/ | Op de knop / drukken |
* | Op de knop * drukken |
+ | Op de knop + drukken |
- | Op de knop – drukken |
R | Op de knop 1/× drukken |
@ | Op de vierkantswortelknop drukken |
0-9 | Op de cijferknoppen (0-9) drukken |
= | Op de knop = drukken |
. | Op de knop . (decimaalteken) drukken |
Backspace | Op de knop Backspace drukken |
Esc | Op de knop C drukken |
Del | Op de knop CE drukken |
Ctrl + Shift + D | De rekengeschiedenis wissen |
F2 | De rekengeschiedenis bewerken |
Toets pijl-omhoog | Omhoog gaan in de rekengeschiedenis |
Toets pijl-omlaag | Omlaag gaan in de rekengeschiedenis |
Esc | Het bewerken van de rekengeschiedenis annuleren |
Enter | De rekengeschiedenis na het bewerken opnieuw berekenen |
F3 | Graden selecteren in de wetenschappelijke modus |
F4 | Radialen selecteren in de wetenschappelijke modus |
F5 | Gradiëntenselecteren in de wetenschappelijke modus |
I | Op de knop Inv drukken in de wetenschappelijke modus |
D | Op de knop Mod drukken in de wetenschappelijke modus |
Ctrl + S | Op de knop sinh drukken in de wetenschappelijke modus |
Ctrl + O | Op de knop cosh drukken in de wetenschappelijke modus |
Ctrl + T | Op de knop tanh drukken in de wetenschappelijke modus |
( | Op de knop ( drukken in de wetenschappelijke modus |
) | Op de knop ) drukken in de wetenschappelijke modus |
N | Op de knop In drukken in de wetenschappelijke modus |
; | Op de knop Int drukken in de wetenschappelijke modus |
S | Op de knop sin drukken in de wetenschappelijke modus |
O | Op de knop cos drukken in de wetenschappelijke modus |
T | Op de knop tan drukken in de wetenschappelijke modus |
M | Op de knop dms drukken in de wetenschappelijke modus |
P | Op de knop pi drukken in de wetenschappelijke modus |
V | Op de knop F-E drukken in de wetenschappelijke modus |
X | Op de knop Exp drukken in de wetenschappelijke modus |
Q | Op de knop x^2 drukken in de wetenschappelijke modus |
Y | Op de knop x^y drukken in de wetenschappelijke modus |
# | Op de knop x^3 drukken in de wetenschappelijke modus |
L | Op de knop log drukken in de wetenschappelijke modus |
! | Op de knop n! drukken in de wetenschappelijke modus |
Ctrl + Y | Op de knop y√x drukken in de wetenschappelijke modus |
Ctrl + B | Op de knop 3√x drukken in de wetenschappelijke modus |
Ctrl + G | Op de knop 10x drukken in de wetenschappelijke modus |
F5 | Hex selecteren in de programmeermodus |
F6 | Dec selecteren in de programmeermodus |
F7 | Oct selecteren in de programmeermodus |
F8 | Bin selecteren in de programmeermodus |
F12 | Qword selecteren in de programmeermodus |
F2 | Dword selecteren in de programmeermodus |
F3 | Word selecteren in de programmeermodus |
F4 | Byte selecteren in de programmeermodus |
K | Op de knop RoR drukken in de programmeermodus |
J | Op de knop RoL drukken in de programmeermodus |
< | Op de knop Lsh drukken in de programmeermodus |
> | Op de knop Rsh drukken in de programmeermodus |
% | Op de knop Mod drukken in de programmeermodus |
( | Op de knop ( drukken in de programmeermodus |
) | Op de knop ) drukken in de programmeermodus |
| | Op de knop Or drukken in de programmeermodus |
^ | Op de knop Xor drukken in de programmeermodus |
~ | Op de knop Not drukken in de programmeermodus |
& | Op de knop And drukken in de programmeermodus |
A-F | Op de knoppen A-F drukken in de programmeermodus |
Spatiebalk | De bitwaarde in- of uitschakelen in de programmeermodus |
A | Op de knop Gem drukken in de statistische modus |
Ctrl + A | Op de knop Gem kw drukken in de statistische modus |
S | Op de knop Som drukken in de statistische modus |
Ctrl + S | Op de knop Som kw drukken in de statistische modus |
T | Op de knop S.D. drukken in de statistische modus |
Ctrl + T | Op de knop Inv S.D. drukken in de statistische modus |
D | Op de knop CAD drukken in de statistische modus |
De volgende tabel bevat sneltoetsen die je kunt gebruiken met Windows Journal.
Toetscombinatie | Actie |
---|---|
Ctrl + N | Een nieuwe notitie starten |
Ctrl+O | Een recent gebruikte notitie openen |
Ctrl + S | Wijzigingen in een notitie opslaan |
Ctrl + Shift + V | Een notitie naar een specifieke map verplaatsen |
Ctrl + P | Een notitie afdrukken |
Alt + F4 | Een notitie en het bijbehorende Journal-venster sluiten |
Ctrl + Z | Een wijziging ongedaan maken |
Ctrl + Y | Een wijziging opnieuw aanbrengen |
Ctrl + A | Alle items op een pagina selecteren |
Ctrl + X | Een selectie knippen |
Ctrl + C | Een selectie naar het Klembord kopiëren |
Ctrl + V | Een selectie vanaf het Klembord plakken |
Esc | Een selectie annuleren |
Verwijderen | Een selectie verwijderen |
Ctrl + F | Een eenvoudige zoekopdracht starten |
Ctrl + G | Naar een pagina gaan |
F5 | Zoekresultaten vernieuwen |
F5 | De notitielijst vernieuwen |
F6 | Schakelen tussen een notitielijst en een notitie |
Ctrl + Shift + C | Een snelmenu weergeven voor kolomkoppen in een notitielijst |
F11 | Een notitie in de modus voor volledig scherm weergeven |
F1 | Help-informatie van Journal openen |
De volgende tabel bevat sneltoetsen die u met de Help-viewer kunt gebruiken.
Druk op deze toets | Om dit te doen |
---|---|
Alt + C | De inhoudsopgave weergeven |
Alt + N | Het menu Verbindingsinstellingen weergeven |
F10 | Het menu Opties weergeven |
Alt + pijl-links | Teruggaan naar het vorige weergegeven onderwerp |
Alt + pijl-rechts | Naar het volgende (eerder weergegeven) onderwerp gaan |
Alt + A | De pagina voor klantondersteuning weergeven |
Alt + Startpagina | De startpagina van Help en ondersteuning weergeven |
Startpagina | Naar het begin van een onderwerp gaan |
End | Naar het einde van een onderwerp gaan |
Ctrl + F | Zoeken in het huidige onderwerp |
Ctrl + P | Een onderwerp afdrukken |
F3 | De cursor in het zoekvak plaatsen |
Aanvullende toetsenbordsneltoetsen
-
Windows-sneltoetsen voor toegankelijkheid
FAQs
Wat doet Ctrl S? ›
Ctrl-S: Opslaan (Save)
Hoe stel ik sneltoetsen in? ›- Ga naar Opties voor bestand > > lint aanpassen.
- Selecteer onder aan het deelvenster het lint en de sneltoetsen aanpassen de optie aanpassen.
Windows-toets +D
Het Bureaublad weergeven en verbergen.
Control-B: Eén teken naar achteren verplaatsen. Control-L: De cursor of selectie centreren in het zichtbare gedeelte. Control-P: Eén regel omhoog verplaatsen. Control-N: Eén regel omlaag verplaatsen.
Wat is Ctrl shift R? ›Reload alle tabbladen met behulp van snelle sneltoets: CTRL + SHIFT + r. Druk opnieuw Ctrl + Shift + R om de opname te stoppen.
Wat doet Ctrl shift Z? ›...
Voorbeelden.
Commando | Sneltoets | |
---|---|---|
Microsoft Windows, X Window System | Mac OS | |
Actie ongedaan maken | Ctrl + Z | ⌘ Z |
Helpfunctie | F1 | ⌘ ? |
Pagina verversen | Ctrl + R of F5 | ? |
Sneltoetsen zijn toetsen of combinaties van toetsen waarmee u taken kunt uitvoeren die u doorgaans met de muis doet. Afhankelijk van uw hardware kunt u de Windows logotoets + PrtScn gebruiken om een schermafbeelding te maken of Fn + Windows logotoets + spatiebalkgebruiken.
Welke sneltoetsen zijn er? ›Druk op deze toets | Om dit te doen |
---|---|
Ctrl + D (of Delete) | Het geselecteerde item verwijderen en verplaatsen naar de Prullenbak. |
Ctrl + E | Zoeken openen (in de meeste apps). |
Ctrl + R (of F5) | Het actieve venster vernieuwen. |
Ctrl + Y | Een actie opnieuw uitvoeren. |
Je kan altijd via de configuratieschermen, systeem, hardware, apparatenbeheer de drivers van het toetsenbord bijwerken, of de cd van het toetsenbord opnieuw installeren. Wat ook misschien helpt, is een systeemherstel.
Wat doet de sneltoets Ctrl Y? ›...
Sneltoetsen in Word.
Sneltoets | Functie |
---|---|
Ctrl + X | Knippen |
Ctrl + Y | Herhalen |
Ctrl + Z | Ongedaan maken |
Wat is F5 op een laptop? ›
F5: verversen van de pagina in een internetprogramma (Zoeken en Vervangen in Word) F7: spellingcontrole (in Word) F8: tekst selecteren, daarvoor moet u een paar keer op deze toets drukken (in Word) F10: de Menubalk activeren in het actieve programma.
Wat kan je met Ctrl C? ›Pc: Ctrl + c voor Kopiëren, Ctrl + x voor Knippen en Ctrl + v voor Plakken. Mac: ⌘ + c voor Kopiëren, ⌘ + x voor Knippen en ⌘ + v voor Plakken.
Wat is shift F3? ›Shift + F3 opent de zoekopdracht in Google Chrome. F4 wordt vaak gebruikt om (onderdelen van) toepassingen te sluiten. Alt + F4 sluit het geopende programma. Alt + F4 opent de optie om de computer uit te schakelen als er geen programma is geopend.
Wat gebeurt er als je Alt F4 doet? ›Alt + F4 is a Windows keyboard shortcut that completely closes the application you're using. It differs slightly from Ctrl + F4, which closes the current window of the application you're viewing.
Wat is Ctrl shift QQ? ›Uitloggen van je Google-account: Druk op Shift + Ctrl + q (2 keer).
Wat is Control Y? ›Naast de CTRL + C (kopiëren), CTRL + V (plakken) en CTRL + Y (herhalen) is er nog een shortcut die ik veel gebruik: CTRL + Z. Deze toetsencombinatie maakt de laatste handeling(en) ongedaan, een soort digitale gum.
Wat doet Alt Enter? ›ALT+ENTER: De eigenschappen van het geselecteerde object openen.
Hoe werken de F toetsen? ›De F Lock-toets gebruiken
Als je toetsenbord van een F Lock-toets is voorzien, moet je hierop drukken om heen en weer te schakelen tussen de standaardopdrachten en de alternatieve opdrachten. Wanneer het F Lock-lampje uit is, werken alternatieve functies (Help, Ongedaan maken, enzovoort).
Druk op Ctrl+A op het toetsenbord om alle tekst in het document te selecteren.
Welke F toets voor Systeemherstel? ›Het menu Opties voor Systeemherstel op uw computer openen
Als op uw computer slechts één besturingssysteem is geïnstalleerd, houdt u F8 ingedrukt wanneer u de computer opnieuw opstart. Houd F8 ingedrukt voordat het Windows-logo verschijnt.
Wat doet Windows-toets P? ›
Gebruik vervolgens de Windowstoets in combinatie met de pijltjestoets (zie vorige tip) om je vensters naar het juiste scherm te slepen. Wil je terug enkel beeld op je laptop? Dan doe je opnieuw Windows toets + P en selecteer je “Verbinding met projector verbreken“.
Wat is Windows Shift S? ›Op ieder gewenst moment kan je een screenshot maken. Je hoeft hiervoor niet eerst het programma op te starten. Het enige wat je hiervoor moet doen is de Windows toets + Shift + S combinatie op het toetsenbord indrukken. Vervolgens kan je een vak selecteren waar je een screenshot van wil maken.
Waarom doen sommige toetsen het niet? ›Vaak zitten er kruimels of andere etensresten verstopt onder de toetsen. Houd je laptop eens ondersteboven en schud er flink op los, het zal je verbazen hoeveel vuil eruit komt. Als een specifieke toets niet (goed) werkt, is het een optie om deze los te wippen met een platte schroevendraaier of een klein mesje.
Waar is de Fn-toets voor? ›De Fn-toets bevindt zich op de meeste toetsenborden linksonder naast de Ctrl-toets. De Fn-toets mag niet met de functietoetsen F1 t/m F12 verward worden.
Waarom kan ik geen trema typen? ›Dat komt door het geselecteerde toetsenbord. Wat je beschrijft is normaal als de toetsenbord-lay-out 'Verenigde Staten (Internationaal)' geselecteerd is – handig om accenten en trema's te typen. Als het 'internationale'-toetsenbord lastig is, kun je via de Windows-instellingen een andere toetsenbord-lay-out selecteren.
Wat is Ctrl end? ›End is een toets op het toetsenbord van een computer. Hiermee wordt de cursor verplaatst naar het einde van een regel of in combinatie met Ctrl het einde van een webpagina.
Wat doet de F8 toets? ›Vanaf het scherm Geavanceerde opstartopties kunt u Windows starten in geavanceerde modi voor probleemoplossing. U kunt het menu openen door uw computer in te schakelen en de toets F8 ingedrukt te houden voordat Windows wordt gestart.
Wat is de F11 toets? ›De functie van toets F11 is om de werkbalken boven- en onderaan uw scherm tijdelijk van het scherm te halen. U heeft dan meer ruimte op uw scherm voor de inhoud van sites en programma's. Door nog een keer op F11 te drukken, haalt u de werkbalken weer terug.
Wat is F11 op laptop? ›Functietoetsen kunnen worden gebruikt voor toetscombinaties of voor bepaalde systeemfuncties die op de toetsen zijn afgebeeld. Zo kun je de toets F11 als toetscombinatie gebruiken om het bureaublad weer te geven of als systeemfunctie om het geluid van de computer zachter te zetten.
Wat gebeurt er als je eerst klikt op ctrl c en vervolgens op Ctrl V? ›Druk de toetscombinatie Ctrl+C als je de selectie wilt kopiëren of Ctrl+X als je de gemaakte selectie wilt verplaatsen. Ga naar het gedeelte of naar het document waar je de geselecteerde tekst naartoe wilt kopiëren of verplaatsen en druk de toetscombinatie Ctrl+V.
Hoe gebruik je Ctrl? ›
De meeste sneltoetsen beginnen met Ctrl, Shift of de Windows-toets (met het Windows-teken). Nog een voorbeeld: de sneltoets Ctrl+C om geselecteerde tekst of een geselecteerde afbeelding te kopiëren. Selecteer de tekst of afbeelding met de muis. Druk op het toetsenbord de Ctrl-toets in houd deze ingedrukt.
Hoe zoeken met Ctrl? ›Woorden zoeken met sneltoets
De sneltoetsen Ctrl+F (Windows) en Command+F (Mac) helpen u daarbij en is te gebruiken in elke browser, pdf en in elk document. Surf naar een webpagina. Druk op een Windows-pc de toetsen 'Ctrl' en 'F' tegelijkertijd in. Op de Mac drukt u de toetsen 'Command' en 'F' tegelijkertijd in.
...
Sneltoetsen in Word.
Sneltoets | Functie |
---|---|
⇧ Shift + F7 | Synoniemenlijst |
Alt+F4 is misschien wel de meest bekende toetscombinatie. Hiermee wordt het programma (of venster) dat je voor je neus hebt gesloten. Deze toetscombinatie doet hetzelfde als het bekende Windows-kruisje, rechtsboven in je vensters/programma's. Met SuperF4 kun je ook vastgelopen programma's beëindigen.
Wat gebeurt er als je Ctrl Alt Del? ›Control-Alt-Delete is een toetsencombinatie die oorspronkelijk was bedoeld om de IBM PC (en de klonen) te resetten. De toetsen moeten tegelijkertijd worden ingedrukt. Een vaak gebruikte schrijfwijze om dit commando aan te duiden is "Ctrl+Alt+Del".
Wat is de sneltoets Windows? ›Een sneltoets is een toetscombinatie waarmee Windows of een willekeurig, actief programma wordt aangestuurd om een actie uit te voeren waarvoor normaal gesproken een aantal muisklikken nodig zijn. Het gebruik van sneltoetsen versnelt het werken met Windows aanzienlijk en kan RSI-klachten helpen voorkomen.